
Twee visies, één held?
In 1828 stelt predikant Carel Willem Pape voor om een standbeeld van Willem van Oranje te plaatsen in Brussel. Zijn poging strandt door de Belgische Revolutie. In 1842 krijgt het idee nieuwe wind: de regering start een nationale inzameling voor een standbeeld in Den Haag, ontworpen door Louis Royer. Zijn Willem is een staatsman. Maar nog voor het beeld af is, komt de Franse beeldhouwer Émile de Nieuwerkerke met een krachtig alternatief: een ruiterstandbeeld. Koning Willem II kiest voor dit heroïsche krijgersbeeld – en betaalt het uit eigen zak.
Koning Willem II koos bewust voor het ruiterstandbeeld: krachtiger, heldhaftiger en persoonlijker. Als militair sprak het krijgsbeeld hem meer aan dan het sobere staatsmanbeeld. Hij betaalde het beeld zelf – en bepaalde zo het verhaal.
Na opstanden en afscheiding verlangde Nederland naar stabiliteit. Het oorspronkelijke beeld van Willem als staatsman weerspiegelde die behoefte: bedachtzaam, verenigend, Vader des Vaderlands. Geen krijger, maar grondlegger van de natie. Twee visies op een tot destijds bekroonde held. Allemaal niet zijn keuze, op een sokkel gezet door de goegemeente.
