Waalse kerk
Op verzoek van Johanna, de vrouw van Engelbert I, startte de bouw voor deze kapel. De originele plannen werden nooit afgerond, dus het pand bleef leeg.
Later in de geschiedenis zag Hendrik III zijn kansen schoon om het hof van de begijnen van het Kasteelplein naar deze onbezette kerk te verplaatsen, zodat hij het Kasteel kon uitbreiden.
Het Turfschip
Na de eerste van bezetting door de Spanjaarden, bevrijdde Prins Maurits de stad met het Turfschip. Je weet wel, dat schip dat zo het Kasteel kon binnenvaren, doordat ze een paard-van-Troje-achtige actie hadden bedacht. Zo kwam Breda terug in handen van de Nassaus.
De begijnen werden uit hun kerk gezet en moesten plaats maken voor Franssprekende protestanten onder leiding van de bevelhebber van het Turfschip, Charles de Héraugière. Zij ontdeden hun Waalse kerk van alle heiligenbeelden en bleven er ruim vijftig jaar zitten.
Tot een donkere dag voor onze Nassaus: de dag dat ze na een lange en uitputtende belegering de sleutels van de stad overdroegen aan Spinola. De Spanjaarden gaven de kapel weer terug aan de begijnen.
Maar nadat Frederik Hendrik de stad voor de laatste keer heroverd had, moesten de begijnen weer plaats maken voor de Franssprekende protestanten. En zo bleef - na een hoop getouwtrek - de Waalse kerk de kerk zoals wij hem nu nog kennen.